Vertragen om te versnellen

Ergens in ons zit de overtuiging dat sneller beter is. De wereld om ons heen gaat ook steeds sneller, als een vliegwiel drijven we elkaar aan. We gaan echter vaak té snel. De ene reorganisatie heeft nog niet kunnen renderen of de volgende staat al in de startblokken. De mensen hebben een verandering nog niet kunnen verwerken of ze moeten alweer door.

Maar het komt ons vaak ook gewoon goed uit, versnellen. Emoties vinden we bijvoorbeeld lastig. Die hebben we liever niet aan tafel, die rennen we graag voorbij! Is een patroon te lastig? Rennen, versnellen! Helaas, zo komen ze alleen maar sneller terug.

Het effect is dus (uiteraard) averechts. Wanneer het te snel gaat, verkrampen mensen. Er komt tegendruk. Hoe kun je dan weer stromen?

Vertragen is belangrijk om weer in een tempo te komen waarin we allemaal bij kunnen blijven. De tegendruk moet weer in ontspanning komen. Anders stappen mensen uit en verlies je potentieel.

Een andere aanpak vraagt in het begin zeker moed. We zijn zó gewend om te versnellen! Dus het vraagt moed om die keiharde deadline een halfjaar op te schuiven omdat je ziet dat het systeem het niet aankan. Tegelijkertijd kun je je afvragen: wat betekent die periode nu eigenlijk? Je wilt stromen, dát heeft betekenis.

Vertragen om te versnellen komt ook terug in het LEAN management: we doen precies wat nodig is, in een gelijkmatig tempo. Of in de natuur, zoals de Chinese filosoof Lao-Tse het mooi omschreef: “De natuur heeft geen haast en toch is alles op tijd af.”